aap


Veel bekijks.

Veel bezoekers van Artis blijven geboeid voor het verblijf van één van de apensoorten staan. Of de apen eten, spelen, lopen, of gewoon een beetje voor zich uit zitten te kijken; de mensen kijken er graag naar omdat ze zoveel van zichzelf herkennen. De vorm van de schedel en het gezicht van apen lijken een beetje op die van mensen. De ogen staan naast elkaar en de oren zijn precies als die van ons. Apen hebben handen, net als wij. Meestal met vijf vingers en met platte nagels in plaats van puntige klauwen. De voeten zijn plat, en lijken op een mensenvoet. Apen kunnen rechtop lopen, al doen ze dat niet zo vaak. Zelfs het gedrag van apen lijkt op mensengedrag. Geen wonder dat de apen in Artis zoveel bekijks hebben.
Orang Oetan
De oerang oetan is een mensaap uit Indonesië. Het is niet zo vreemd dat mensen zichzelf herkennen in apen.

Handen om te grijpen.


Apen hebben handen waarmee ze iets kunnen vasthouden. Er zijn meer dieren die dat kunnen, bijvoorbeeld de hamster of de eekhoorn. Die zitten wel eens rechtop van een nootje te knabbelen dat ze tussen de voorpoten hebben geklemd. Maar apen kunnen echt iets pakken, ook met één hand. Ze hebben een duim die veel beweeglijker is dan de andere vingers. Alleen apen en mensen hebben zo'n 'opponeerbare duim'. Daardoor zijn de handen van apen veel meer geschikt om te grijpen dan de pootjes van de hamster of eekhoorn. Een apenduim is korter dan een mensenduim. Want veel apen klimmen in bomen, en daarvoor is een lange duim ongeschikt.

Oeistitie
Het kleinste aapje ter wereld is de dwergoeistiti.
Hij kan vliegensvlug over de takken rennen.

Een staart voor evenwicht.


De apen uit Zuid-Amerika leven in het tropisch regenwoud. Het zijn echte boombewoners. Ze zijn meestal klein, en ze hebben een staart waarmee ze zich goed in evenwicht kunnen houden als ze over de takken rennen. Sommige apen hebben een grijpstaart. De beste grijpstaart is die van de slingeraap. Hij is de enige die echt aan zijn staart kan slingeren, met handen en voeten vrij in de lucht. Het kleinste aapje ter wereld is de dwergoeistiti. Hij is niet veel groter dan een muis, en weegt maar 85 gram! Hij rent met vier pootjes razendsnel over de takken. De dwergoeistiti behoort tot de Zuidamerikaanse klauwaapjes. Klauwaapjes hebben scherpe klauwtjes in plaats van platte nagels.

Baas boven baas.


Niet alle apen zijn boombewoners. In Afrika en Azië leven veel apensoorten in grote groepen op de grond. Grondapen hebben een korte staart. Bavianen trekken met z'n allen over de Afrikaanse savanne. Alleen bij gevaar vluchten ze de boom, en 's nachts slapen ze er. Op de apenrots in Artis leven de Japanse Makaken. Ook zij zijn grondbewoners die in grote groepen leven. In zo'n groep heerst er een strenge rangorde. De sterkste apen zijn de baas over de minder sterke apen. Wie het hoogst in rangorde staat, krijgt de mooiste slaapplaats en het beste voedsel. Wie laag in rangorde staat, moet steeds op zijn hoede zijn. Soortgenoten verjagen hem gemakkelijk van een fijne plek en proberen lekkere hapjes af te pakken.

Mensapen
.

Dan zijn er nog de grote mensapen: de gorilla en chimpansee uit de bossen van Afrika, en de orang oetan uit de wouden van Indonesië. Zij lijken van alle apen nog het meest op mensen. Men heeft ontdekt dat mensapen gemakkelijker iets kunnen begrijpen dan andere dieren. Een chimpansee die niet bij  hoog hangende bananen kan komen, kan zelf verzint zelf dat hij ze wél te pakken krijgt als hij op een kistje gaat staan, of er met een stok naar slaat. De orang oetans in Artis mogen soms tekenen. Ze begrijpen dat ze met de kleurtjes over het papier moeten gaan. De verzorgers in Artis verstoppen soms honing voor de gorilla's in kleine gaatjes in hun verblijf. De gorilla's gebruiken stokjes om de honing eruit te halen.


De gorilla
De gorilla is een mensaap uit Afrika.

 


Vastgeklemd aan moeders borst


Een babyaap klemt zich vast aan moeders
borst. Daar is het warm en veilig en daar zijn ook de tepels voor melk. Terwijl moeder klimt, klautert, loopt of rent, houdt het jong zich stevig vast. Dag en nacht, dag in dag uit. Als het jong groter is, verhuist het naar de rug. Het kijkt nieuwsgierig in het rond en leert een heleboel over het echte apenleven. Hij leert hoe hij zich moet gedragen in een groep, en wat hij wel en niet kan eten. Apen zijn een groot deel van de dag op zoek naar voedsel. Het zijn alleseters. Ze eten vooral veel zaden, noten, wortels en vruchten, en soms eten ze vlees. Ze halen bijvoorbeeld een vogelnestje leeg, vangen een muis, of eten sprinkhanen op.

Vlooien Apen vlooien elkaar.


Dat zie je ze in Artis ook vaak doen. De ene aap plukt pluisjes, schilfers en zandkorrels uit de vacht van een andere aap. Vlooien is eigenlijk geen goed naam, want apen hebben zelden vlooien, juist omdat ze hun vacht zo goed laten verzorgen. Vlooien versterkt de band. Moeders vlooien hun jongen, en groepsgenoten vlooien elkaar. Wie hoog in rangrode staat wordt gevlooid door een aap uit een lagere orde. De aap die het minst te vertellen heeft, wordt dus bijna nooit gevlooid!
vlooiende apen
De mandril is een grondaap uit Afrika. Vooral het mannetje is mooi gekleurd.
Soms zie je ze in Artis vlooien. Dat versterkt de band.

Maak jouw eigen website met JouwWeb