leeuw

De leeuw is een groot roofdier met een sterk gespierd lichaam hij is soepel en behendig en kan heel hard lopen. Ook kennen we de leeuw door zijn kracht en woest gedrag. 

We noemen de leeuw ook wel de koning der dieren. 

Grote katten.

De leeuw behoort bij de familie van de katten of wel de katachtige.

De katachtige kun je in twee hoofd groepen verdelen: a.de kleine katten[tamme kat en vele

                                                                                               wilde katten]

                                                                                  b.de grote katten[leeuw, tijger,

                                                                                               luipaard]

Katachtige hebben allemaal een ruwe tong, goede oren, grote snorharen en kunnen hun nagels in trekken. Alle katten zijn zoogdieren met een mooie vacht, het zijn goede jagers met een sterk en lenig lichaam. Ze hebben gevoelige zintuigen en vlijmscherpe tanden en nagels. Er zijn 38 verschillende soorten katten. Katten rennen en springen soepel en gemakkelijk. Ze hebben een flexibele ruggengraat en lange sterke achterpoten. Grote katten zijn goede lange afstandlopers maar sprinters en springers.

Als ze hard rennen of in bomen klimmen, blijven ze dankzij hun staart in evenwicht. Katten kunnen goed zwemmen, maar sommigen zwemmen alleen om aan gevaar te ontkomen.

Uiterlijk van de leeuw.

Leeuwen zijn na tijgers de grootste  katten. Een volwassen mannelijke leeuw is een indrukwekkende verschijning. Jonge mannetjes hebben meestal gele bruine manen en oudere mannetjes herken je aan de zeer donkere manen. Een jong mannetje krijgt manen als hij 3 jaar is. Het mannetje is veel groter dan het vrouwtje. Een volwassen leeuw kan wel 250 kilo wegen. De vacht van de leeuw beschermt zijn huid en houd het erg warm. De dikke zool en teenballen

onder een leeuwenpoot lijken op kussens. Ze zorgen ervoor dat de leeuw erg stil kan bewegen en het zijn schokdempers als hij rent en springt. Tussen de ballen en de beharing liggen de nagels veilig opgeborgen tot ze nodig zijn. Aan de staart van de leeuw kun je zien in wat voor humeur ze zijn. Als de leeuw boos is dan zwiept zijn staart heen en weer. Als de staart zachtjes heen en weer gaat is hij tevreden. Leeuwen kunnen ook uitstekend zien. Doordat hun ogen iets uit elkaar staan, kunnen ze goed inschatten hoe ver iets is. Hun ogen zijn geschikt om ’s nachts en overdag te zien. Hun ogen zijn groot ten opzichte van de grootte van hun kop. ’s Nachts zien katten als zwart-wit. Overdag zien ze wel kleuren maar niet zo goed als mensen. De pupillen van een leeuw staan wijd open, als hij bang is worden het spleetjes. Leeuwen hebben een goed gehoor, veel beter dan van een mens. Ze kunnen kleine dieren door het gras horen kruipen en zelfs in hun ondergrondse hol horen.

Hoe praten leeuwen tegen elkaar?

Leeuwengebrul is het luidste geluid dat katten maken. Het is zo luid dat alle katten in de buurt het horen. Leeuwen brullen na zonsondergang, na het doden en als ze klaar zijn met eten. Leeuwen maken  minstens negen verschillende geluiden. Ze grommen ook naar elkaar als ze elkaar tegenkomen. Alle grote katten praten met elkaar. Ze laten elkaar weten hoe oud ze zijn, of ze man of vrouw zijn, hoe ze zich voelen en waar ze leven. Katten praten met signalen zoals geuren, krapsporen, en geluiden. De geuren komen van urine en geurklieren. Katten hebben geurklieren op hun kop en kin, tussen hun tenen en bij de aanhechting van hun staart. Elke keer als ze ergens tegen aan schuren, brengen ze hun eigen geur over. Katten maken veel verschillende geluiden, b.v. leeuwen die in elkaars buurt zijn tjirpen, miauwen en janken naar elkaar. Leeuwinnen praten veel met hun jongen. De geluiden zijn zacht, zodat vijanden ze niet kunnen horen. Het zachtste en veiligste geluid is spinnen. Wetenschappers weten dat katten met elkaar praten, maar begrijpen nog niet veel van de taal. Katten  praten ook met lichaamstaal.  (b.v. aan hun oren kun je zien hoe ze zich voelen en ze bewegen hun staart om te laten zien of ze opgewonden of geërgerd zijn.)

De welpen.

Een leeuw is ongeveer 15 weken in verwachting. Als ze merkt dat haar jong geboren wordt, gaat ze weg bij de groep. Ze zoekt een veilige schuilplaats. Daar worden de jonge leeuwtjes geboren. Jonge leeuwtjes heten welpen. Er worden meestal 2 of 3 welpen geboren. Ze drinken bij hun moeder [want een leeuw is een zoogdier] Een welp weegt bij de geboorte ongeveer 1 tot 2 kg, is meestal blind en wordt met een gevlekte vacht geboren. Als de moeder gaat jagen, dan verstopt ze haar jongen. De kleine welpjes zie je haast niet tussen het gras, de bladeren en takken. De jonge welpen groeien snel, ze kunnen al kruipen voor hun ogen open gaan.

Ze leren ook snel blazen om zich te verdedigen.

De moeder leeuw laat de welpen niet alleen omdat welpen heel snel weglopen. Bij gevaar grijpt de moeder leeuw haar jong in zijn lurven.    

De lurven van een welp zitten in zijn nek. Zo brengt ze haar jong naar een veilige schuilplaats[dat doen katten ook]. Voor de jonge welpen valt er veel te ontdekken, maar ze leren snel. Na 6 maanden weten ze hoe ze zich moeten beschermen, welk voedsel lekker is en hoe ze dat moeten vangen. Ze begingen de taal van geuren en geluiden te begrijpen. Nog anderhalf jaar blijven ze in de buurt van hun moeder daarna verlaten ze de groep.

De  leeuwin.

Een jagende leeuwin kan een snelheid van bijna 60 km per uur bereiken. Dat is behoorlijk snel, maar veel van haar prooien lopen harder. Een gazelle bijvoorbeeld haalt wel 80 km per uur! Daarom hebben leeuwinnen iets bedacht om prooien toch te vangen: samen werken bij de jacht. Na een tijdje gaan de moeders jagen en dan laten ze de jongen bij de slechtste jager achter. Een soort oppas moeder. De leeuwinnen hebben een apart territorium waar de leeuwen op bezoek komen. Als de moeder dood gaat neemt de dochter het territorium over. De vrouwtjes jagen en delen alles: grond, prooi, en mannetjes.  Hebben ze een prooi te pakken, dan eten eerst de mannetjes daarna de vrouwtjes en tenslotte de welpen (de jongen).   De leeuwinnen zogen de jongen gezamenlijk en helpen elkaar als ze ernstig gewond zijn. Sommige leeuwinnen hebben er veel plezier in om hen jongen van de éne schuilplaats naar de andere te brengen.

 

De jongen vinden het helemaal niet lekker om zo van de éne kant naar de andere kant van het veld te worden gesleurd. Om niet in de lurven gepakt te worden, rollen ze zich rond zodat de moeder ze niet kan pakken. De moeder laat zich gebruiken als klimpaal zonder maar een zuchtje te brommen…………………. Leeuwinnen zijn niet zuinig met laten zien of ze andere leeuwen uit de groep aardig vinden. Ze likken elkaar vaak met grote halen van de tong of ze schuren eerst met hun snuit en dan hun hele lichaam tegen elkaar aan.

De groep: zo’n groep leeuwen bestaat uit een stuk of vijf volwassen vrouwtjes met hun jongen en enkele volwassen mannetjes. De mannetjes beschermen de vrouwtjes en de welpen, de vrouwtjes gaan op jacht. Alleen in kleine groepen leven de jonge mannetjes. Als een mannetje alleen leeft, jaagt hij ook zelf!

 

De jacht.

De jacht wordt gedaan door de leeuwinnen. De leeuwinnen jagen in groepen. Eén van de  leeuwinnen sluipt om het prooidier heen. Tegelijk leiden de andere leeuwinnen de aandacht af. Ze latten zich duidelijk zien, zo omsingelen ze het dier. Dan rennen een paar leeuwinnen opeens op de prooi af. Die schrikt en rent de andere kant op om te vluchten. Maar daar staat die ene leeuwin op wacht, de zebra of gazelle rent zo in haar klauwen.

Leeuwen doden niet altijd  hen prooi. Soms wachten ze tot andere dieren dat werk voor ze opgeknapt hebben. Als bijvoorbeeld en hyena een dier gedood heeft, maakt hij veel lawaai. Als de leeuwen dat geluid horen komen ze van kilometers ver aangerend, ze jagen de hyena’s weg en eten de prooi op. De prooi van vrouwtjesleeuwen is meestal groot zoals:

 

.Gazelle

.Antilopen

.Wrattenzwijnen

.Zebra

.Gnoe

 

De hele troep kan er van mee eten. Maar ze doden ook wel kleinere zoals:

.Hagedissen

.Vogels, ratten.

 

 

 

Door zijn opvallende uiterlijk is het mannetje minder geschikt om te jagen, want ze kunnen hem met die manen al van ver zien aankomen. Veel mannetjes leven uitsluitend van het voedsel dat de vrouwtjes vangen. Zelf nemen ze haast nooit een kans om iets te vangen(negen van de tien prooidieren vangen de vrouwtjes)hoewel het mannetje haast nooit helpt bij de jacht, heeft hij wel steeds voorrang van de buit.

Hij sleept de prooi naar de schaduw, doet er zich tegoed aan en dan mogen de leeuwinnen en de welpen eten. Tegen zonsondergang laten de leeuwinnen hun welpen alleen en dan gaan ze opjacht. Hun zandkleurige huid maakt ze onzichtbaar tussen de hoge dorre grassen.

Een leeuw is een carnivoor of wel een vleeseter. Hun lichaam is niet geschikt om planten te verteren.   

De samenleving.

De meeste grote katten leven alleen. Ze jagen alleen en de vrouwtjes zorgen voor hun jongen. Grote katten komen slechts bij elkaar om te paren. Leeuwen vormen een uitzondering.

Ze leven in familiegroepen, die we troepen noemen. Alle wilden katten hebben een territorium dat bestaat uit een jachtgebied, drinkplaatsen, uitkijkplaatsen, een hol waar de jongen verzorgd worden en een aantal paden die verbindingen daartussen vormen.        Het paren.

Als leeuwen willen paren, laten ze dat weten door geursporen. Het vrouwtje roept ook luid, in de hoop dat een mannetje naar haar toe komt. Vaak volgen meerdere mannetjes één vrouwtje, meestal wordt dat vechten, het mannetje dat wint gaat met het vrouwtje paren. In een troep leeuwen is één mannetje dominant (overheersend over de hele groep.) Zo voorkomt hij dat hij steeds moet vechten als een vrouwtje bereid is te paren. Veel grotere katten paren een paar keer per dag om er zeker van te zijn dat het vrouwtje zwanger is.

Waar leeft de leeuw?

Leeuwen leven in Afrika en ook in India. In Afrika leven ongeveer 50.000 leeuwen en in India minder dan 300. Ze leven op grasvlaktes waar een paar bomen en struikjes groeien. Zo’n grasvlakte wordt een savanne genoemd. In Afrika en India zijn savanne van de dieren. In Afrika is de leeuw de koning van de dieren. In India is de tijger koning van de dieren. In India leven ook leeuwen in de woestijn. Zolang er prooien zijn kunnen de leeuwen het overleven. Er zijn enkele verschillen tussen de Indische en de Afrikaanse leeuw: de Indische leeuw heeft kleinere manen en een huidplooi die tussen zijn voor en achterpoten loopt. Daarnaast is hij zo’n 30 centimeter kleiner. Het grootste verschil zit hem echter in zijn gedrag. De Indische leeuw is te voet te benaderen en weinig agressief (dit komt doordat de dieren al jaren worden beschermd).

 De bedreiging.

Er is echter één probleem: alle grote katten worden met uitsterven bedreigd. Er wordt op hen gejaagd: o.a. hun tanden, boten, en andere lichaamsdelen, die in veel landen gebruikt worden als natuurgeneesmiddel. Daarom zijn nu wereldwijd veel beschermende gebieden waar grote katten kunnen leven. In Afrika en India leven leeuwen in de reservaten. Dat zijn natuurparken met een hek erom heen. In die reservaten leven ook andere dieren. De dieren in de reservaten worden beschermd, er mag niet op worden gejaagd. Reservaten kunnen heel groot zijn, soms wel groter dan ons land!